Free Image Hosting at www.ImageShack.us

- - - ID : Naar een identitaire stroming in Nederland ! - - -

dinsdag, september 19, 2006

Prinsjesdag: Wat de politiek verzwijgt ! door Syp Wynia in Elsevier, 16 september 2006.

Tien dringende kwesties die niet in de troonrede zullen staan en ook schitteren door afwezigheid in de verkiezingsprogramma’s.

Urgente problemen genoeg. De immigratie neemt weer toe, de uitkeringen zijn te royaal, de belastingdruk is te hoog, de Nederlander is lui en er worden miljarden verspild aan ontwikkelingshulp. Toch staan deze en andere kwesties niet op de Haagse agenda. De tien grootste politieke taboes van de komende verkiezingen.

Het kabinet-Balkenende en de meeste politieke partijen ontlopen op weg naar de verkiezingen grote, ongemakkelijke, of als 'onaanraakbaar’ ervaren problemen. Het kabinet en de coalitiepartijen CDA en VVD proberen gebruik te maken van de aantrekkende economie om weer in de kiezersgunst te komen en hebben het liever niet over wat misgaat of in de toekomst mis kan gaan.

De meeste oppositiepartijen proberen eveneens een opgewekte toon aan te slaan en hebben ook de neiging om lastige thema’s uit de weg te gaan. Dat bergt niet alleen het gevaar in zich dat problemen niet worden aangepakt. Burgers kunnen zich ook – wederom – afkeren van de politiek als zij merken dat politici weglopen voor thema’s waar zij zich wel druk over maken.

Paradoxaal genoeg is het ontwijkende gedrag van de meeste politieke partijen juist ingegeven door angst voor de wispelturige burger. De hoofdstromen van de Nederlandse politiek houden elkaar zo, in de dagen voor Prinsjesdag en op weg naar de verkiezingen van 22 november, in een gespeeld opgewekte houdgreep: uit angst voor elkaar, uit angst voor de kiezer en uit angst voor machtige pressiegroepen die gemakkelijk toegang hebben tot de media. Wat zijn de tien belangrijkste angstthema’s, ofwel onderwerpen die in Den Haag taboe zijn?


1 Immigratie neemt toe
Nog maar een paar jaar geleden werd het eindelijk als feit geaccepteerd dat Nederland per saldo een hoge prijs had betaald voor de ongeremde immigratie van de voorgaande decennia. Het aantrekken van enkele tienduizenden gastarbeiders rond 1970 had een massale volgmigratie veroorzaakt. In de jaren tachtig en negentig kwamen er honderdduizenden asielzoekers die net als de gastarbeiders, in vergelijking met autochtone Nederlanders, vaker werkloos zijn, vaak de taal niet spreken, vaak een uitkering genieten en relatief hoog scoren in de misdaadcijfers.

Maar de erkenning van deze problemen was nog maar nauwelijks een feit, of er begon alweer een intensieve en succesvolle lobby om nieuwe immigratiestromen op gang te brengen. De meeste politici lijken de nog maar zo verse lessen alweer vergeten. Immigranten zouden – zo klinkt het – nodig zijn om de vergrijzing tegen te gaan. Dat is onzin, immigratie is daarvoor geen oplossing. En ook zou het beeld van Nederland als gastvrij land worden bedreigd.

De kabinetten-Balkenende deinen mee op de nieuwe tijdgeest met de introductie van een nieuwe 'kenniswerkersregeling’ waarvan ook laagbetaalden gebruik kunnen maken. Het kabinet voegde daar dit voorjaar een nieuw 'puntenplan’ aan toe, dat de immigratie van buiten Europa naar Nederland verder moet stimuleren.

Per 1 januari wil het kabinet bovendien de grenzen met acht Oost-Europese landen helemaal openzetten. Naar verwachting zal de grote extra instroom leiden tot verdringing aan de onderkant van de Nederlandse arbeidsmarkt. Dat gaat vooral ten koste van de eerdere immigranten, zoals Turken en Marokkanen, en hun nazaten. Gevolg: een stijgende werkloosheid en meer uitkeringen.

Intussen heeft Den Haag nog geen begin van een idee of de Roemenen en Bulgaren die volgens plan per 1 januari bij de Europese Unie komen, al dan niet worden geweerd. Evenmin bestaat er enig idee over de gevolgen voor Nederland van de massale legalisering van illegalen in Zuid-Europa, die na verloop van enkele jaren ook recht krijgen op Nederlandse banen, uitkeringen en gezondheidszorg.

Los van deze ontwikkelingen is de immigratie naar Nederland alweer aan het stijgen. Tegelijkertijd raken maatregelen die vorige kabinetten namen, uitgewerkt. Zo moet het nog maar blijken of de maatregelen van de kabinetten-Balkenende tegen de huwelijksmigratie uit landen als Turkije en Marokko blijvend effect sorteren.

De nieuwe Vreemdelingenwet die vanaf 2001 leidde tot een sterk verminderde toeloop van asielzoekers, blijkt nú al uitgewerkt. Het aantal asielzoekers dat zich in Nederland meldt, is vorig jaar met een kwart gestegen – de enige stijging in Europa – tot 12.350 aanvragers. Over de eerste zes maanden van 2006 meldden zich ruim 9.000 asielzoekers voor de procedure, wat de prognose wettigt dat er op jaarbasis alweer 18.000 asielzoekers naar Nederland zullen komen, ongeveer net zoveel als tien jaar geleden: 22.860 in 1996. Geen enkele politicus heeft tot dusver over deze ontwikkeling aan de bel getrokken.


2 Nederland islamiseert
Er rust een bijna volledig taboe op de islamisering van Nederland – dat naar verhouding op één land na de meeste moslims telt van de hele westerse wereld. De islamisering raakt ten eerste de Nederlandse moslims zelf. Binnen de islamitische immigrantengemeenschappen heerst een grote sociale druk, waarbij de neiging bestaat de meest traditionele, fundamentalistische, conservatieve norm als toonzettend te zien. Eerwraak, gedwongen huwelijken en vrouwenbesnijdenis, hoewel geen exclusief islamitische fenomenen, worden dikwijls gelegitimeerd onder verwijzing naar het geloof. De sociale druk leidt in combinatie met de internationale radicalisering ook tot het gedwongen dragen van hoofddoeken bij soms zeer jonge meisjes en het thuishouden van vrouwen en meisjes. Gewelddadig gedrag jegens vrouwen en niet-moslims wordt met een direct of indirect beroep op de islam gelegitimeerd.

Er bestaat ook een sluipende druk op de rest van de Nederlandse samenleving om zich aan te passen aan de waarden, normen, cultuurpatronen en gewoontes die aan de islam worden toegeschreven. Aan die druk wordt steeds meer toegegeven. Zo verdwijnen traditionele Nederlandse feesten van de Nederlandse scholen, reageren autoriteiten welwillend op het introduceren van islamitische feesten als 'nationale feestdag’, passen zwembaden huisregels aan, en wil CDA-minister Maria van der Hoeven van Onderwijs afzien van het doceren van de evolutietheorie om islamitische studenten te gerieven. Indirect staat het succesvolle en populaire bijzonder onderwijs in Nederland ter discussie, uit angst alleen islamitische scholen te verbieden.

De islamisering van Nederland schrijdt ook voort via door de overheid georganiseerde en gesubsidieerde inspraak en door het opnemen van moslims in vertegenwoordigende lichamen. Zo is Nederland het enige westerse land dat meer moslims in het parlement heeft dan hun aandeel in het electoraat zou rechtvaardigen.

De meest navrante islamitische druk op Nederland en de Nederlandse samenleving gaat uit van radicale moslims – enkele duizenden, zegt de inlichtingendienst AIVD – die de Nederlandse samenleving met geweld omver willen werpen. Osama bin Laden en Mohammed Bouyeri staan bij veel islamitische scholieren als helden te boek.

Hoewel moslims als eersten de gevolgen ondervinden van terroristische acties, bestaat er onder Nederlandse moslims veel begrip en zelfs steun voor moslimterroristen.

De sluipende invloed van de islam in Nederland bedreigt de samenhang in de samenleving, bedreigt de rechtsstaat, werkt ongrondwettige discriminatie in de hand en bergt existentiële gevaren in zich.

Maar het ziet er niet naar uit dat Nederland, Nederlandse politici in het bijzonder, opgewassen zijn tegen de sluipende en deels gewelddadige druk bij het islamiseren van Nederland. Of, zoals Franse moslims tegen een Franse staatscommissie zeiden: 'Nederland is een pakje boter.’


3 Uitkeringen zijn te royaal
Nederland heeft, uitgedrukt in koopkracht, de hoogste uitkeringen ter wereld. Van een klimaat waarin het minderwaardig werd gevonden als je je hand bij de staat ophield, ontstond er de afgelopen halve eeuw geleidelijk een sfeer waarin je een dief van je eigen portemonnee was als je geen gebruik maakte van de geïntroduceerde verzorgingsarrangementen. Dat leidde niet alleen tot een explosieve stijging van de sociale uitgaven, maar ook tot morele erosie: het ontstaan van de zogenoemde calculerende burger.

Een vrijwel stabiel aantal van 2,5 miljoen Nederlanders onder de 65 jaar leeft geheel of gedeeltelijk van een uitkering. De royale uitkeringen, plus de als gratis ervaren gezondheidszorg, vormen samen met de goedkope sociale huisvesting ook een belangrijke 'pull-factor’ – aanzuigende kracht – voor immigratie.

De afgelopen kwarteeuw hebben achtereenvolgende kabinetten pogingen gedaan om de verzorgingsstaat van zijn meest aanlokkelijke aspecten te ontdoen, wat steeds stuitte op hardnekkige tegenstand van andere politici, vakbonden en kiezers.

Omdat zo veel mensen gebruik maken van de sociale arrangementen is het nauwelijks mogelijk – alleen op straffe van politieke zelfmoord – om het taboe van de royale verzorgingsstaat te doorbreken.


4 Armoede bestaat niet
Er rust een bijkans onuitroeibaar taboe op het feit dat er in Nederland helemaal geen armoede voorkomt, althans niet hoeft voor te komen. Wat in Nederland als armoede wordt gekenschetst, is bovendien de afgelopen tien jaar ook nog eens sterk afgenomen, hoewel de suggestie van het omgekeerde met succes in leven wordt gehouden. Daarbij blijft nog buiten beschouwing dat vele honderdduizenden Nederlanders die op papier een laag inkomen uit een uitkering genieten, aantoonbaar hun inkomen zwart aanvullen.

De mythe van de Nederlandse armoede wordt in belangrijke mate gedragen door de zeer succesvolle medeleven-industrie, gesteund door de vakbeweging, kerken en sommige politieke partijen die er elk hun eigen belang bij hebben.

Omdat armoede zozeer appelleert aan morele gevoelens is het moeilijk om koele feiten in te zetten tegen de suggestie van (toenemende) armoede. Er gloort bij dit politieke taboe wel enig licht. Het Sociaal en Cultureel Planbureau hanteerde tot dusver erg royale definities voor armoede, maar gaat die aanscherpen. Daardoor vermindert de gedefinieerde armoede.


5 Nederland is te duur
Nederlanders dragen gedurende hun leven gemiddeld de helft van hun inkomen af aan de overheid. Toch wil het merendeel van de Nederlandse politieke partijen geen verlaging van de belastingdruk.

Dat is des te vreemder omdat de hoge belastingdruk veel kost. Het ontneemt burgers de animo om te werken en te ondernemen – wat op zich weer leidt tot een nog zwaardere druk op wie wel iets presteert. Hoge belastingen en veel overheidsingrijpen zijn vrijheidsbenemend, op zich al een reden om tegen de hoge belastingen te zijn.

Hoge belastingen zijn in een verder internationaliserende wereld ook onhoudbaar. Bedrijven en ondernemende burgers trekken naar landen met lage belastingen, terwijl omgekeerd landen met hoge lasten en royale overheidsvoorzieningen laagopgeleiden aantrekken. Ook om die reden – de wal zal het schip keren – moet het drastisch verlagen van belastingen heel dringend uit de taboesfeer worden gehaald.


6 Nederland is te lui
Nederlandse werknemers maken op jaarbasis het kleinste aantal uren van de hele beschaafde wereld. Dat was aanvankelijk het resultaat van actie voor betere arbeidsvoorwaarden en betere arbeidsomstandigheden. In het begin van de jaren tachtig kwam daar het motief bij dat er een eerlijke verdeling nodig was van de schaarse banen. Als bijkomend gevolg kunnen werknemers in de publieke sector die formeel fulltime werken in de praktijk enkele maanden per jaar vrij nemen.

Het toch al geringe aantal werkuren per Nederlandse werknemer wordt verder gedrukt doordat Nederland ook het hoogste aantal parttimebanen heeft. Vooral vrouwen werken parttime, maar in toenemende mate ook mannen – een omstandigheid die wordt versterkt doordat meer werken door hoge belastingen weinig meer oplevert.

Deze combinatie, plus het gegeven dat vier miljoen volwassen Nederlanders onder de 65 jaar helemaal niet werken, maakt dat Nederland speelt met zijn toekomst. Het geringe aantal werkuren wordt wel een beetje gecompenseerd door een relatief hoge productiviteit, maar de productiviteitsgroei stagneert al enige tijd.

Politici die het aandurven het geringe aantal gemiddelde werkuren ter sprake te brengen, worden weggehoond. Nederland is te zeer gehecht geraakt aan zijn verwendheid.


7 Nederland is te ingewikkeld
Politici verwijzen vaak naar 'de toenemende complexiteit van de samenleving’ om simpele oplossingen af te wijzen. Maar die complexiteit is in de eerste plaats een product van de politiek zelf.

De laatste 25 jaar hebben Nederlandse kabinetten gepoogd om de omvang van de ambtenarij en de regeldruk te verminderen, wat in de praktijk hooguit tot een beperking van de groei heeft geleid. Eén van de neveneffecten van de pogingen om de bureaucratie te verminderen, is overigens de invoering van nieuwe instellingen en ambtelijke organisaties, belast met het inperken van de bureaucratie.

Het tweede kabinet-Balkenende had zichzelf opgelegd om het aantal ambtenaren te verminderen en de kosten van het toepassen van regels – tientallen miljarden euro’s per jaar – met een kwart te verminderen. Volgens de laatst beschikbare inzichten is de regeldruk niet of hooguit zeer gedeeltelijk verminderd.

Het is geen politiek taboe meer dat het voortgaande uitdijen van de overheid een van de oorzaken is van de voortgaande regeldruk. Maar de tegendruk is groot. Zo is het illustratief dat minister Gerrit Zalm van Financiën (VVD), die op eigen verzoek belast is met het verminderen van de regeldruk, nota bene zelf in het geweer kwam toen politieke partijen onlangs een stevige vermindering van het aantal rijksambtenaren voorstelden.


8 Turkije en de Europese Unie
Op enkele kleinere partijen na zeggen alle politieke partijen voor het lidmaatschap van Turkije van de Europese Unie te zijn, al maken ze aan deze gevoelige en cruciale kwestie in de verkiezingsprogramma’s weinig woorden vuil. Tegelijkertijd is het overgrote deel van de Nederlandse bevolking gekant tégen het Turkse EU-lidmaatschap.

De meeste argumenten vóór het Turkse EU-lidmaatschap houden geen stand, en de overwegingen waarmee bezwaren tegen dat lidmaatschap worden weggewoven evenmin. Turkije zou eigenlijk moeten worden omarmd als EU-lid, omdat het een brug is naar het onrustige Midden-Oosten. Het relatief jonge Turkije zou dé oplossing zijn voor het vergrijzende Europa. Het Turkse EU-lidmaatschap zou tot een geweldige economische opleving van zowel Turkije als de EU leiden.

Maar het is zeer de vraag of een 'brug’ dan wel een 'buffer’ moet worden opgenomen, of juist een brug moet blijven. Voor migratie naar Europa is geen EU-lidmaatschap nodig en volgens cijfers van het Centraal Planbureau zou Nederland economisch niet beter worden van de het Turkse EU-lidmaatschap. Turkije zou bovendien vooral zijn eigen zaakjes op orde moeten krijgen om economisch te winnen.

Zorgwekkend is ook dat Turkije herhaaldelijk schermt met dreigementen voor het geval het land niet wordt toegelaten tot de EU. Zo zouden moslims in en buiten Europa zich kwaad zouden afkeren van Europa, met als gevolg dat het terrorisme toeneemt.


9 Hulp helpt niet
De ontwikkelingshulp helpt niet, maar groeit toch tegen de klippen op. Dit is één van de hardnekkigste taboe-onderwerpen in de Nederlandse politiek. Vrijwel alle gevestigde partijen willen de uitgaven voor ontwikkelingshulp verder opschroeven, hoewel de hulp van Nederland aan het buitenland relatief gesproken al (bijna) de hoogste ter wereld is, en met 4 en straks 5 miljard euro per jaar een zware druk op de Nederlandse economie en de belastingbetaler legt en ónze welvaart aantast.

Hulp houdt arme landen arm, houdt corrupte en dictatoriale systemen in stand en ondermijnt het particuliere initiatief onder de bevolking van die landen. Maar er zijn in Nederland enorm veel organisaties en personen die zelf professioneel van de hulp leven en permanent aandringen op 'goed doen’ van staatswege. Politici blijken niet tegen die druk bestand te zijn.

Politieke partijen krijgen zelf ook geld uit de ontwikkelingshulp en veel politici, onder wie zeer vooraanstaande, zitten of zaten in ontwikkelingshulpclubs. Die verstrengeling van belangen maakt dat het bijkans onmogelijk is om dit kostbare en in veel opzichten schadelijke politieke taboe eindelijk eens te doorbreken.


10 Betonrot in rechtsstaat
De Nederlandse rechtsstaat staat al tientallen jaren ter discussie. De misdaad is de afgelopen veertig jaar vertienvoudigd, maar tegelijkertijd zijn de oplossingspercentages omlaag geschoten. Deze ontwikkeling leidde tot dusver vooral tot afbraak van het vertrouwen in politie en justitie.

Maar gaandeweg komt ook de rechtspraak ter discussie te staan. Zo zijn er, mede door de introductie van nieuwe technieken, steeds meer gevallen van (mogelijke) gerechtelijke dwalingen bekend, zoals de Schiedammer parkmoord. Ook is er steeds meer ongenoegen over de talrijke bijbanen van rechters, die hun onafhankelijkheid in het gedrang brengen.

Dan zijn er ook nog de rechter-plaatsvervangers: advocaten, politici en anderen die wel jurist zijn, maar het rechtspreken slechts als bijverdienste uitoefenen. Bij het fenomeen van de rechter-plaatsvervanger is het risico van partijdigheid en belangenverstrengeling wel heel groot.

Rechters reageren vaak boos op opmerkingen uit de politiek over de rechtsgang, maar permitteren zichzelf wel kritiek op de politiek en politici.

Wil de rechtspraak weer een onbesproken pijler van de Nederlandse rechtsstaat worden, dan moet de scheiding der machten in Nederland worden hersteld. Slechts enkele politici – Joost Eerdmans en de SP – maken zich daar druk over.

Syp Wynia
Bron: Elsevier

1 Comments:

  • At 2:38 p.m., Anonymous Anoniem said…

    Prinsjesdag:WAT DE POLITIEK VERZWIJGT, 16 september 2006.
    In een buitengewoon helder stuk somt de heer Wynia de -toenmaals- politieke "no-go areas" op.
    Inmiddels zijn we bijna twee jaar verder en desbetreffend stuk heeft nog niets van zijn frustrerend en dreigende waarheid ingeboet. Integendeel: de Antillen genieten structureel 2à3 miljard Nederlandse staatssteun, het budget van Ontwikkelingssamenwerking is inmiddels inderdaad 5 miljard en de kosten van het door niemand behalve sommige politici gewenste Generaal Pardon worden voorzichtigheidshalve niet gepubliceerd, maar bedragen naar schatting plm. 3 miljard.
    De infrastructuur van het toch al volle Nederland wordt onherstelbaar aangetast door de onstuitbare aanwas van immigranten, de belastingdruk was in 2006 al een van de hoogste ter wereld en heeft inmiddels door verdere verhogingen een onaanvaardbaar niveau bereikt. Tegelijkertijd lees ik vanmorgen in de krant dat de Thuiszorg nieuwe patienten weert omdat er GEEN GELD MEER IS VOOR DE OUDEREN.
    Moeten wij ons zó het "sociale gezicht" van de reli-rooien voorstellen?

     

Een reactie posten

<< Home